Loading...
 

STAP 4

TE BEGINNEN BIJ ONSZELF

Vooraf

Doel

De vormelingen kennen de parabel van de talenten.
Ze maken kennis met mensen die hun talenten gebruikt hebben voor hun medemens.
Ze gaan op zoek naar een persoon die hierbij voor hen het meest een voorbeeld kan zijn.

Symbool

ZICH RICHTEN OP GOD – Antenne

Wireless Wifi


Benodigdheden

. Groot wit blad papier waarop allerlei cirkels en rechthoeken die geld (talenten!) voorstellen. (Voorstel)
. Verjaardagskalender
. Vormselmap (stap 4)

Vormselmap

. Te beginnen bij onszelf
. Maarten van Tours
. Elisabet van Hongarije
. Pater Damiaan
. Zuster Emmanuelle
. Don Bosco
. Hun talenten

De werkbladen op deze website werden niet genummerd, zodat men in alle vrijheid bladen kan weglaten of toevoegen. Klik hier voor die werkbladen (STAP 4).

Bron

Samuel Plus nr 7, 2005
Zonnestraal 1998-1999-2000





Verloop

. Onthaal
. Parabel van de talenten
. Vormselmap
. Mensen die zich hebben ingezet




Onthaal

Gebed

Jezus,
We zijn met zoveel
die in Jou geloven
met zoveel
die Jou willen volgen.

Help ons Jou te ontdekken
in de goedheid van de anderen
in mensen die vol geloof en vreugde
werken aan een beetje paradijs op aarde,
hier en in verre landen.

Help ons Jou te ontdekken
in de stilte van het gebed
en in ons eigen hart.




Situering in het liturgisch jaar

De vormelingen nemen hun overzicht van het liturgisch jaar, en duiden ongeveer aan op welk moment van het liturgisch jaar ze zich nu bevinden. Sta nog even stil bij de liturgische kleur.
Kort aandacht besteden aan eventuele verjaardagen. (verjaardagskalender)





Een parabel van Jezus

Doel
De vormelingen maken kennis met de parabel van de talenten.


Benodigdheden
. Groot wit blad papier waarop allerlei cirkels en rechthoeken die geld (talenten!) (voorstel)
. Vormselmap - eerste bladzijde stap 4




Vraag aan de vormelingen:
- Weten jullie wat een talent is?
(Een talent is iets waar men aanleg voor heeft)
Ga dieper in op de talenten die de kinderen hebben.
Die noteren ze in hun vormselmap (linkse kolom).

Vertel dan dat dit woord vroeger iets heel anders betekende:
een talent was een hoeveelheid zilver.
Ten tijde van Jezus was een talent een geldstuk dat de waarde had van 6000 uur werken.
Laat de kinderen uitrekenen wat een talent nu waard zou zijn.
Vertrek hiervoor bijvoorbeeld van het uurloon van een schoonmaakster.
1 talent = 6000 uurlonen
als 1 uurloon bv. ................ euro waard zou zijn,
dan is 1 talent: 6000 x ............ euro waard.
Dus één talent zou nu ................. euro waard zijn! (Een ongelooflijk groot bedrag)

Vertel de parabel of lees die voor uit de bijbel (Matteüs 25, 14-30).
Sta stil bij het vertrouwen dat de heer in zijn dienaren heeft om hen zo’n groot bedrag toe te vertrouwen.
Jezus wilde met deze parabel zeggen dat God aan de mensen een grote schat toevertrouwd heeft. De mensen krijgen als opdracht om die ‘schat’ zoveel mogelijk te doen opbrengen: alle kwaliteiten / talenten die de mensen van God hebben gekregen, moeten ze gebruiken om deze wereld uit te bouwen tot een wereld die goed is, een wereld die beantwoordt aan wat God van de wereld droomt.

Bespreek met de vormelingen welke soort kwaliteiten/talenten mensen kunnen hebben om van deze wereld een betere wereld te maken. Het is belangrijk dat in dit gesprek het woord ‘talent’ niet verengd wordt tot de actuele betekenis van dit woord (aanleg).
Noteer de verschillende ‘talenten’ op een groot wit blad papier waarop allerlei cirkels en rechthoeken die geld (talenten!) voorstellen.

De vormelingen nemen de eerste pagina van de vormselmap (stap 4) en staan stil bij het belangrijkste talent dat ze bij zichzelf ontdekt hebben.
Laat ze ook nadenken op welke manier ze dit talent kunnen gebruiken om tot een betere wereld te kunnen komen. Ze noteren dit in de rechtse kolom. Daarna beluisteren ze welke ‘talenten’ de anderen hebben en wat ze met die talenten willen doen. Deze gegevens noteren ze beknopt in hun vormselmap.





Mensen die zich hebben ingezet

Elk van de vormelingen in de groep krijgt een kopie van een bladzijde met info over een bepaalde persoon (eventueel kun je de kinderen per twee een persoon laten bestuderen).
Dit bestuderen ze een korte tijd. Nadien presenteren ze elk een andere persoon. Na elke voorstelling gaan ze dieper in op vragen als:
- Waarvoor heeft die persoon zich ingezet?
- Welke talenten moet men daarvoor hebben?
- Waarom deed die persoon dat?
- Wie was een voorbeeld voor die persoon?
- Op welke manier kan deze persoon een voorbeeld zijn voor ons?

Na de presentatie van elke persoon vullen ze de laatste bladzijde van hun vormselmap (Stap 4) in:
- Wat is het ‘talent’ geweest van die persoon?
- Wat heeft die daarmee gedaan?
Om af te sluiten laat je de kinderen in stilte deze bladzijde nog eens overlopen. Ze kleuren/versieren de vakjes die te maken hebben met de persoon die hun het meest heeft aangesproken.


Aandachtspunt
De vormelingen zullen al vlug doorhebben dat alle vragen min of meer op dezelfde manier kunnen beantwoord worden.
Je kunt ze dan ook als volgt samen vatten:

Men zet zich in voor de medemens
als antwoord op de vraag van God
om aan een betere wereld te werken

Maarten van Tours aandacht voor de armen
Elisabet van Hongarijeaandacht voor de zieken
Pater Damiaanaandacht voor de melaatsen
Zuster Emmanuelleaandacht voor voddenrapers
Don Boscoaandacht voor straatkinderen